Het carbidschieten (zeker in Dalfsen geen onbekend gebruik) wordt morgen als vijftigste Nederlandse traditie toegevoegd aan de indrukwekkende lijst van ons officiële culturele erfgoed. “Vijftig is een goud omrand getal. Veel ons omringende landen hebben nog niet zo een lange indrukwekkende lijst”, stelt Ineke Strouken, directeur van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (VIE).
Het carbidschieten staat tussen andere Nederlandse tradities als Koningsdag, Allerzielen, Fries houtsnijwerk, Sint Maarten, Staphorster stipwerk om stoffen te versieren, het beroep van de molenaar, de Nijmeegse vierdaagse of diverse bloemencorso’s. “Het is geen ranglijst, want alles is even belangrijk. Waar het om gaat is dat deze tradities een officiële status krijgen naast ons materieel erfgoed als archiefstukken, gebouwen en monumenten. De Nationale Inventaris is een middel om de mensen te helpen hun traditie door te geven aan de toekomst. Dit levend erfgoed zorgt voor een gevoel van verbondenheid en trots en een band met het verleden”.
Bij Carbidschieten wordt carbid, een steenachtig materiaal dan vroeger werd gebruik voor lampen en lassen, in een melkbus gelegd en een beetje nat gemaakt. De bus wordt daarna afgesloten met een deksel of een bal en via een gaatje ontstoken. De knal die vervolgens ontstaat is oorverdovend waarbij de bal of de deksel uit de bus schiet en meters verderop terechtkomt. Vaak wordt carbidschieten rond Oud en Nieuw gedaan.
Twee jaar geleden werd de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed opgesteld na ondertekening na het ratificeren van het NESCO Conventie ter Bescherming van Immaterieel Cultureel Erfgoed. Organisaties en gemeenschappen kunnen zelf nieuwe tradities aan het VIE voordragen. Belangrijk kenmerk dat dat het gaat om levend erfgoed, dat elke generatie zich eigen moet maken en dat dus continu verandert. (ingezonden bericht)
↧
Carbidschieten cultureel erfgoed
↧